Het examen biologie op havo niveau dat vanmiddag werd afgenomen bevatte een aantal bijzondere vragen. De lastigste van die vragen (in elk geval voor de kandidaat die geneigd is door te denken bij meerkeuzevragen) was waarschijnlijk vraag 17.

Vraag 17 ging over erfelijkheid van bloemknopgenen en bevatte een wat onduidelijke instinker. In de tekst voor de vraag wordt vermeld dat “gemiddeld tien procent van de nakomelingen van planten met vergroeide bloemkoppen, tegen alle verwachtingen in, normale bloemknoppen had in plaats van balletjes”. Hiemee lijken de examenmakers te bedoelen dat 10% van de bloemen met nn toch normale bloemknoppen hebben. We zijn het met kandidaten eens dat dit niet helemaal eenduidig geformuleerd is. Als je de tekst leest zoals bovenstaande uitleg, dan klopt antwoord D redelijk precies. Als je de tekst anders leest zou optie B eerder kloppen (hoewel de kans op een verdeling van normale en vergroeide bloemknoppen zoals die in de vraag staat in dat geval wel onwaarschijnlijk zou zijn). Al met al niet direct een fout, maar wel een wat nodeloos ingewikkelde vraagstelling waarvan waarschijnlijk vooral de goede studenten de dupe zijn (of omdat ze de vraag fout beantwoord hebben, of omdat ze er erg veel tijd aan kwijt zijn geweest).

Vraag 21 bevoordeeld vooral de studenten met een basiskennis in het Oekraïens. Deze vraag over een voedselketen bevat een bron in het Oekraïens, waarbij studenten volgens biologische principes de Nederlandse vertaling moeten geven. Opzich te doen dus, zonder vloeiend Oekraïens te spreken, maar een basiskennis van de taal (of het Cyrillisch schrift) zorgt dat de vraag direct vele malen simpeler is.